zaterdag 20 november 2010

Yasmina El Messaoudi: eerste nieuwsanker van Marokkaanse afkomst in Vlaanderen

Terwijl de VRT de knoop doorhakt om quota in te stellen, heeft Brussel al langer haar eigen gekleurde gezicht op TV. Yasmina El Messaoudi (27) is het eerste nieuwsanker van Marokkaanse afkomst in Vlaanderen. De journaliste omschrijft haar werk als ”superzwaar maar boeiend en heel afwisselend.”


Sinds 2008 presenteert Yasmina El Messaoudi het weekoverzicht bij TV-Brussel. In de Libelle kan je haar artikels lezen en je hoort haar op FM Brussel. Al van een jonge leeftijd wist Yasmina dat ze journaliste wou worden. ”Ik was altijd een babbelkous. Het stond vroeger vaak op mijn rapport dat ik sociaal was maar dat ik te veel praatte. Ik vond het nooit erg om in het middelpunt van de belangstelling te staan”, vertelt een enthousiaste Yasmina.

Adrenaline versus diepgang

Al voor ze afstudeerde werkte Yasmina voor TV en Radio, ”ik deed eerst print (schriftelijke media, nvdr.) en daarna TV. Bij TV had ik maar tien uur per week les dus alles wat ik studeerde kon ik direct in praktijk brengen.“ Na het afstuderen had Yasmina het moeilijk om de eindjes aan elkaar te knopen. ”Ik werkte al drie dagen per week voor het jongeren magazine van TV-Brussel, ‘Bende van Brussel’ en voor FM-Brussel maar dat was echt niet genoeg en daarom solliciteerde ik bij Libelle. Een jaar later belden ze me op. Voor het geld moet je geen journalistiek doen, je wordt er niet arm van maar zeker ook niet rijk. Daarom wilde ik op zoveel mogelijk plekken werken, want je weet maar nooit.”

Yasmina kickt op de afwisseling tussen de twee media die ze even graag doet, ”TV heeft heel vaak stressvolle situaties. Ik moet overdag vaak twee reportages maken en die moeten tegen het zes uur Journaal klaar zijn. Dat is heel spannend. Het is echt adrenaline, je werkt met andere mensen samen en staat veel in de aandacht.”

”Bij Libelle daarentegen werken we een maand op voorhand. Het is een traag medium. Die afwisseling vind ik geweldig, het ene moet snel gaan en je moet alles geven. Bij het andere heb je meer diepgang en tijd om er langer aan te werken.”

Een doodgewone werkweek

Maandag begint de journaliste om 9 uur bij TV Brussel.”Meestal sturen ze me zo vroeg mogelijk op pad omdat ik tegen 18 uur het Journaal presenteer.”Als we terug zijn, schrijf ik de teksten samen met de cameraman en lees ze in. Als de reportages af zijn, ga ik naar de kleedkamer en word ik geschminkt voor het journaal.”

Op zondagen werkt Yasmina zowel op FM Brussel als bij TV-Brussel. Bij de radio presenteert ze Jukebox, een muziek programma. ”TV-Brussel en FM-Brussel zijn in hetzelfde gebouw gevestigd, ik kan dus makkelijk van de ene redactie naar de andere lopen.”
De rest van de dagen spendeert ze bij Libelle waar ze artikels schrijft. Het is allemaal wel zwaar geeft ze toe: ”Bij TV bestaat er een houdbaarheidsdatum bij vrouwen, dat vind ik wel jammer, maar ik ben heel trots op Martine Tanghe. Zij bewijst echt dat een oudere vrouw er nog altijd fantastisch kan uitzien.“

Doodstraf

In 2004 behaalde ze een diploma Journalistiek op de Katholieke Hogeschool Mechelen, nu Lessius Mechelen. Zowel voor TV als print werken was haar bewuste keuze: ”Schrijven en presenteren, sterren interviewen… Dat was mijn droom toen ik jong was”, vertelt Yasmina. ”Ik schrijf en lees graag. Mijn moeder is schrijfster (Mim El Messaoudi, nvdr) dus ik denk dat het een beetje in de genen zit.”

Aan de Hogeschool hield Yasmina goede herinneringen over. “Ik weet nog dat ik in mijn laatste jaar TV een reportage maakte samen met een klasgenoot, over Ali, een Iranese asielzoeker. Voor hem was het een reportage op leven en dood en voor ons was het heel spannend. Wat begon als een schoolopdracht werd al gauw heel serieus. Hij kon het land worden uitgezet. Terug naar Iran gaan was geen optie want hij ging de doodstraf krijgen.” Voor die reportage scoorden de twee studenten een 18 op 20. Het goede nieuws is dat Ali ondertussen een verblijfsvergunning heeft.

Beschaamd

Yasmina El Messaoudi groeide op in Kappelle-op-den-Bos, een klein dorpje in Vlaams Brabant. Haar vader is van Marokkaanse origine en haar moeder een Belgische. ”In de kleuterschool en de lagere school was ik gewoon Yasmina maar toen ik naar het middelbaar ging was ik plots een Marokkaanse. In die periode schaamde ik me over mijn Marokkaanse roots op school. Je komt in de puberteit en je wilt niet anders zijn dan de rest. Je wilt gewoon bij de groep horen.”

Ondertussen is ze wijzer en zeer trots op haar Marokkaanse naam en oorsprong. ”Als ik in Brussel over straat wandel, houden mensen mij tegen en zeggen ze dat ik een goed voorbeeld ben voor alle Marokkanen en dat ik heel mooi Nederlands spreek. En dat terwijl ik geen Arabisch kan en nooit naar Marokko ben geweest.“

De kijkers zullen me wel zien als een Marokkaanse, dat vind ik helemaal niet erg, er zijn te weinig presentatoren van Marokkaanse en Afrikaanse afkomst. Mijn vader en zijn vrienden zijn heel trots dat er eindelijk een Marokkaan op TV is. Ze zitten vaak te kijken als ik moet presenteren”, zegt Yasmina.

Liefdesverhaal

Yasmina is atheïst. ”Mijn vader is moslim en mijn moeder katholiek. Heel veel waarden zijn hetzelfde zowel bij Christenen als Moslims: wees goed voor uw naasten, help de armen. Mijn broer en ik hebben de belangrijkste waarden overgenomen uit de twee godsdiensten.”

De presentatrice wil een reportage maken over de zoektocht naar haar oorsprong." Ik wil ooit naar Marokko gaan met mijn vader als gids, maar hij wil niet omdat er te pijnlijke herinneringen zijn. Het is kwetsend om terug naar een dorp te gaan waar niemand nog op jou zit te wachten.”

Naast een bezoek aan haar vaderland heeft Yasmina nog een ander project in haar hoofd: “Ik wil het liefdesverhaal van mijn ouders schrijven… Ze trouwden voor de kerk, iets dat mijn vader deed om mijn moeder plezier te doen. Ik vind dat een mooi gebaar van liefde, en ondertussen zijn ze al 35 jaar getrouwd."

woensdag 13 oktober 2010

Student Lessius Mechelen stelt eigen kledinglijn voor in Utrecht

Rosemary Dede (24), derdejaars studente op Lessius Mechelen stelt zaterdag haar eigen kledinglijn voor op ‘Fashion for Africa’ in Utrecht. Het Fashion For Africa evenement is bedoeld om geld in te zamelen voor Kebene Children Home in Kenia en een viertal bevriende ontwikkelingsprojecten in Afrika. “Malaika Designs is de naam van de kledingmerk die mijn nicht, Ode-Awoa Dombrowe en ik ontworpen hebben,” aldus Dede.

Verschillende veelbelovende beginnende ontwerpers onder andere ‘Malaika Designs’ van Dede zullen hun op Afrika geïnspireerde collectie tonen. “Via mijn vriendin Kelly de Vries, de dochter van de Nederlandse misdaad verslaggever Peter R. de Vries zijn we in contact gekomen met Fashion for Africa,” vermeldt Dede. De in Duitsland geboren Belg met Ghanese roots wilde een manier vinden om de verschillende culturen samen te brengen. “Ik wilde iets doen dat mijn Afrikaanse en Europese komaf vertegenwoordigt. Ode-Awoa en ik kwamen op het idee om kleren te maken en totaal onvoorbereid zijn we tewerk gegaan,” vertelt Dede van wal. “We betaalden naaisters in Duitsland, waar mijn nicht woont, om onze designs te naaien. Op een online winkel verkochten we de kleren en waren met stomheid geslagen door de positieve reacties ”.

Dede heeft het niet altijd makkelijk gehad. Op haar vijfde verhuisde ze met haar moeder van Luik naar Antwerpen en moesten ze zich volledig aanpassen op de Vlaamse scholen “Ik weet nog dat mijn eerste rapport heel slecht was dat mijn leerkrachten me adviseerden om een Beroepsopleiding te gaan volgen. In Wallonië sprak ik Frans, eens in Antwerpen moest ik weer in het Nederlands gaan studeren. Omdat mijn Nederlands niet goed was, gingen de leerkrachten er vanuit dat ik dom was” vertelt Dede die het advies van de leerkrachten niet heeft gevolgd. Met veel hard werk slaagde ze er toch in om af te studeren in Toerisme en ging ze verder leren.

Dede studeert in Januari 2011 af van de richting Intercultural Relations Management (IRM) en heeft daarna nog grote plannen met Malaika Designs. “Onze kleren zijn redelijk duur omdat ze hier in Europa worden gemaakt. In de toekomst willen we onze werk verder zetten in Ghana. Op die manier gaan we jobs creëren voor de lokale bevolking en tegelijkertijd de klant een betaalbare prijs bieden.” De merknaam hoefden ze niet ver te gaan zoeken want Ode-Awoa heeft een dochter die Malaika noemt en een blanke papa heeft. Het meisje is een perfecte kruising van twee culturen, net als de kledingslijn.

Dede neemt hoofdzakelijk de praktische kant van de verkoop van Malaika Designs op zich. Dit betekent dat zij officiële zaken zoals notaris, public relations en betalingen afhandelt. Met haar nicht in Duitsland houdt zij wekelijks videoconferenties om alles op elkaar af te stemmen.

“Ons moto is ‘Be Unique’, dat wilt zeggen dat we een beperkt aantal stukken maken van een bepaald item zodat de koper die een kledingstuk koopt zich speciaal voelt. Op vraag van de consument kunnen we veranderingen aanbrengen.” aldus Dede. Bij Malaika Designs denken ze aan de natuur en de gezondheid van hun klanten: zo zijn de kledingstukken 100% katoen en wordt er geen gebruik gemaakt van chemische stoffen. “We maken kleding voor vrouwen en kinderen en huisdecoraties zoals kussens. We willen de cliënt maximale kwaliteit geven. Volgend seizoen willen we ook voor mannen gaan ontwerpen. ” vertelt ze verder. Nu wordt hun jonge kledingmerk al beloond doordat de kleding geshowd wordt in het buitenland op Fashion for Africa-defilé in Utrecht.

zondag 16 mei 2010

Manager verbiedt Belgisch-Congolese ster Baloji op te treden

GENK - De manager van de Belgische-Congolese zanger Baloji heeft hem zaterdag op het mondiale festival Saka Saka verboden om op te treden. Het concert zou volgens hem veel te laat zijn, en door de nachtelijke koude zou Baloji ziek kunnen worden, waardoor hij niet zou kunnen optreden op de vele ‘belangrijkere’ optredens waarvoor hij geboekt is. Baloji Tshian is een Belgische-Congolese zanger die Afrikaanse rap, reggae, rock en rumba verbindt met soukous, mutuashi, funk en afrosoul. “Baloji zelf wou een performance geven maar het mocht niet van zijn manager”, vertelt Thalia Ndabagobetse, presentatrice van Saka Saka.

“Baloji had bevestigd voor een optreden om middernacht. Dat ze hier ineens om negen uur aankomen en eisen om een voorstelling te geven vind ik onaanvaardbaar. We gaan de andere artiesten niet stoppen omdat Baloji hier is”, aldus Yodi Omankoy ,organisator van het evenement.

Saka Saka is een jaarlijks drie dagen durend wereldfestival dat al vijf jaar georganiseerd wordt. Dit jaar staat het in teken van de 50 jaar onafhankelijkheid van Congo. De opbrengsten van het festival gaan naar de opbouw van een school in Congo die bedoeld is om kindsoldaten op te vangen. Dat de manager van Baloji concerten in Couleur Café, Les nuits botaniques en La boule noir verkiest boven een liefdadigheidsconcert is heel onbegrijpelijk. Omankoy: “Als Baloji niet optreedt verbreken we gewoon het contract. Dit is heel jammer want heel veel mensen waren speciaal voor hem gekomen.”

Foto: http://www.flickr.com/search/?w=all&q=baloji&m=text

donderdag 13 mei 2010

Reportage: Ook bij ons armoede

2010 is Europees jaar van de armoede. In Europa zijn er maar liefst 80 miljoen mensen die in armoede leven. Armoede en uitsluiting van een individu leiden tot degradatie van de samenleving. Daarom probeert Recht-Op armoede te bestrijden. Ze doen het op een heel bijzondere manier : armen krijgen hier het woord.

In de Roma in Antwerpen worden er regelmatig concerten georganiseerd. Vandaag komen de Clement Brothers een gratis optreden geven. De zaal is vol, iedereen praat door elkaar. Het valt op dat er mensen zijn met kaartjes met hun namen op. De kaartjes hebben verschillende kleuren. Ergens achter in de hoek staat Natalie Libbrecht, woordvoerster van Recht-Op, te praten met een groep mensen. Dit zijn de leden van Recht-Op, een vereniging die armen het woord geeft. Sommigen hebben een groen kaartje met hun naam erop en anderen een oranje kaartje. “We hebben een oranje kaartje. Dat wil zeggen dat we arm zijn,” merkt Freddy op. “De mensen met een groen kaartje zijn rijk.” “We spreken hier niet over rijke mensen, Freddy, maar wel over de niet-arme,” onderbreekt Natalie Libbrecht hem.

Het is meer dan duidelijk dat armoede niet meer een probleem is van het Zuiden, ook Europa kampt ermee. “Het is belangrijk dat armen over hun problemen praten. Ze worden vaak gediscrimineerd. Niet-armen begrijpen maar niet hoe je arm kunt worden in deze maatschappij. Wat ze niet weten is dat niet iedereen tegen de druk om te presteren kan.” vertelt Libbrecht. Ze voegt eraan toe dat we in een maatschappij leven die heel erg gericht is op presteren. “Waarom is presteren zo belangrijk?”

“Ik werk op de beschutte werkplaats. Het loon dat we per maand ontvangen, is weinig. Gelukkig ontvangt mijn vrouw nog geld van het OCMW. Anders zouden we moeilijk de eindjes aan elkaar knopen”, vertelt Hubert. Ondanks alle problemen heeft Hubert een gelukkig leven. “Ik heb mijn vrouw twee jaar geleden leren kennen tijdens een begrafenis. Ik hou zielsveel van haar en voor haar zou ik de wereld opgeven”

Els Leysen (55) is een niet-arme. Ze kwam via haar werk over Recht-Op te weten en vond het meteen een indrukwekkend initiatief: Leysen: “Onze werelden zijn heel verschillend, we zouden elkaar niet spontaan tegenkomen. Het is heel boeiend dat mensen die anders leven toch nog dezelfde interesses hebben”

Recht-Op

Het doel van vzw Recht-Op is bij te dragen tot de armoedebestrijding vanuit de eigen ervaring van mensen die in armoede leven. De vereniging krijgt subsidies van de Vlaamse overheid en de stad Antwerpen. “Recht-Op is een vereniging waar armen het woord nemen. Onze doelstelling is armoede bestrijden”, aldus Natalie Libbrecht. “ We willen armen samenbrengen in groep en werken aan hun maatschappelijke emancipatie.”


Om de 14 dagen vergadert Recht-Op met een groep kansarmen en bespreekt een bepaald thema. De groepsleden bepalen zelf het onderwerp. Ze wisselen ervaringen uit over het onderwerp en formuleren voorstellen tot verbetering. Zo ontstaat er een dossier waarmee groepsleden en groepswerkers samen naar beleidverantwoordelijken stappen.

“De maatschappij is gestructureerd op middenklas denken. Het onderwijs zou een beetje haar structuur moeten aanpassen zodat ook arme kinderen naar een hogere school zouden kunnen gaan, als ze slim genoeg zijn natuurlijk.” vertelt Libbrecht.

Recht-Op is een vakbond voor mensen die in armoede leven. Daarom vinden ze het belangrijk dat arme mensen hun contacten verbreden want ieder mens heeft recht op vriendschap. Uit één van de tweewekelijks vergaderingen is het idee van ‘Een paar apart’ ontstaan: armen in contact brengen met niet- armen.

Een paar apart

De doelstelling van ‘Een paar apart’ is “het verbreden van het sociale netwerk om de kansen op opwaartse sociale mobiliteit te vergroten. We gaan ervan uit dat erkenning, tijd en aandacht krijgen een belangrijke emotionele ervaring is voor mensen, temeer als het komt van iemand die beschouwd wordt als een persoon ‘die het beter doet’. De verhoging van zelfwaardering kan een positief proces op gang brengen.” zegt Natalie Libbrecht. Opmerkelijk is dat ze het heeft over armen met niet-armen samen brengen om verschil te doorbreken terwijl er visueel het onderscheid wordt aangebracht door middel van de groene en oranje kaartjes.

Maandelijks organiseert “Een paar apart” ook gratis optredens in het Cultuurcafe in Borgerhout. Zowel armen als niet-armen zijn welkom. Armen en niet-armen kunnen hier genieten van een vleugje cultuur. Per twee, een arme en een niet-arme, kan men gratis naar een tentoonstelling, musical of cinema.

Zing maar mee

Iedereen gaat zitten, de armen tussen de niet-armen en omgekeerd als de Clement Brothers het podium opkomen. Het is een groep van vijf levendige kerels. De avond kan niet meer stuk. “Het is leuk om andere mensen te leren kennen. Je geraakt uit het cliché-denken en ontwikkelt meer begrip voor hun situatie,” fluistert Luc, een niet-arme lid net voor de hoofdzanger van Clement Brothers hard begint te zingen en iedereen vraagt om mee te doen. Het publiek zingt mee, niet altijd even harmonisch, maar aan de gezichtsuitdrukkingen te zien amuseren ze zich allemaal. Heel even lijkt alles anders, een zaal zonder arm en rijk, een wereld zonder verschillende sociale klassen.

Het harde leven

Op zijn achttiende verjaardag verloor Walter Canipel (57) zijn ouders in een vreselijk auto -ongeluk. Tot dan was hij een gewone jongen die alles gedaan kreeg van zijn ouders. “Op school had ik nooit leren omgaan met geld. ” vertelt Canipel “Dit is eigenlijk wel jammer want anders had mijn leven er heel anders uit gezien.”
Het onderwijs is ook een item voor Recht-Op, “Kansarme kinderen worden heel vaak naar het beroepsonderwijs doorgewezen ook al hebben ze genoeg intelligentie om hoger onderwijs te kunnen volgen. Dit komt doordat ze thuis niet genoeg stimulans krijgen of omdat ze thuis geen plek hebben om rustig te studeren.” zegt Natalie Libbrecht. “Dit onderwerp hebben we samen met de armen besproken en naar de minister van onderwijs doorgestuurd.”

Na de dood van zijn ouders kreeg Canipel een grote erfenis. Maar omdat hij uit reclameboekjes spullen begon te bestellen die veel te duur waren, belandde hij in de schulden. Zo is zijn erfenis in rook opgegaan.
Al meer dan 30 jaar leeft hij in armoede. Hij werkt op een beschutte werkplaats omdat hij de druk van een gewone werkplaats niet aan kan.“Nog zeker vijf jaar moet ik schulden terug- betalen. Omdat ik onder schuldbemiddeling ben van de Rechtbank, heb ik geen recht op OCMW geld.”

Walter Canipel woont met zijn gehandicapte vrouw in Antwerpen. Samen moeten ze zien toe te komen met 900 euro per maand wat niet veel is voor een koppel. Heel vaak moeten ze, omdat ze niet toekomen , eten gaan halen bij de Voedselbank.
Omdat hij al op zo’n jonge leeftijd arm werd, heeft hij nooit kinderen gewild. Hij wilde niet dat zijn kinderen ook in zulke omstandigheden zouden leven. “Ik kan de gezinsdrama’s waar een vader zelfmoord pleegt en zijn kinderen ook meeneemt, begrijpen.” zegt Canipel “Als je als vader je gezin niet kunt onderhouden, voel je je waardeloos.” meent Canipel.

Op school zou men leerlingen moeten leren omgaan met geld. Reclameboekjes zouden volgens Canipel verbannen moeten worden. “ De rijken worden almaar rijker en de armen armer: dit moet stoppen! Het geld dat ze aan prinsen en prinsessen geven, zouden ze moeten gebruiken om jobs te creëren en om de bevolking op te voeden.”
Twee jaar lang heeft Walter Canipel op straat gewoond maar dankzij Recht-Op heeft hij nu een huis gevonden.
© Foto's - Lisa Akinyi May

donderdag 29 april 2010

Greet Baart: "Mag een moeder haar kinderen niet zien omdat ze arm is?"

Armoede is niet meer een probleem van derde wereldlanden. Ook in België leven er mensen in armoede. Je hoeft niet ver te zoeken om hun verhalen te horen. Op het Centraal Station in Antwerpen zie je ze elke dag. Dakloosheid, de bedelaars die maar steeds meer en meer opduiken in publieke plaatsen, er is geen ontsnappen aan. Greet Baart (47) leeft al meer dan 20 jaar in armoede. Ze wilde haar verhaal kwijt.

Hoe komt het dat u in armoede leeft?
Het is ergens wel mijn eigen schuld dat ik in armoede leef. Ik ben weggegaan bij mijn man en sindsdien leef ik in armoede (pinkt een traantje weg). Mijn man was de kostwinner, ik bleef thuis en zorgde voor onze twee kinderen. Onze eerste jaren samen waren goed. Maar na de komst van onze twee kinderen veranderde hij ineens. Als hij thuis kwam van zijn werk, klaagde hij over alles. Hij zei dat ik niet kon koken en dat ik niet goed voor de kinderen zorgde. Hij werd geïrriteerd over de kleinste dingen en behandelde mij als een nietsnut. Hij heeft mij gewoon buiten gepest. Ik was zijn slavin. Het werd me gewoon teveel.

Waarom ging je niet zelf werken?
Volgens de psychologen ben ik mentaal gehandicapt. Ik kan de druk in een gewoon arbeidscircuit niet aan. Ik heb een tijdje in een beschutte werkplaats gewerkt maar daar waren ze ook niet tevreden, dus ben ik maar gestopt. (stilte) Mijn eerste jaren alleen waren het zwaarst omdat ik geen geld verdiende, zorgde mijn man ervoor dat ik mijn kinderen niet mocht meenemen. Een bezoekrecht werd mij ook geweigerd. Vindt u het goed dat een moeder het recht wordt geweigerd om haar kinderen te zien omdat ze arm is? Ik voelde me zo eenzaam, geïsoleerd en alleen. Ik heb drie zelfmoordpogingen achter de rug en heb drie jaar in de psychiatrie gezeten.

Wat zijn uw bestaansmiddelen?
Via de rechtbank ontvang ik wekelijks 40 euro. Ik kom amper toe, daarom ga ik regelmatig voedsel pakketten halen bij de Voedselbank in Antwerpen. Af en toe ga ik een hapje eten in het daklozenrestaurant Camiano. Ik koop vooral spullen van de Aldi en Zeeman. Vaak kijken mensen mij raar aan omdat ik niet gekleed ben volgens de ‘normen’. Ik vind dat discriminatie tegenover arme lui moet stoppen, want niemand kiest ervoor om arm te leven.

Aangezien u financieel niet stabiel bent, is het niet het beste dat uw kinderen bij hun vader wonen?
Ik heb mijn kinderen al vijf jaar niet meer gezien. Als ik bel, haakt hun vader de telefoon in. Ik weet dat ik niet genoeg geld heb om mijn kinderen te onderhouden, maar ik zou ze heel graag willen zien: ik ben hun moeder (haar stem trilt). Ik hoop ooit uit de armoede te geraken, maar ik weet nog niet goed hoe. Ik wil ooit mijn kinderen terugkrijgen.

U woont nu al een jaar alleen. Wat is er veranderd sinds uw laatste bezoek aan de psychiatrie?

Via de psychiatrie ben ik lid geworden van Recht-Op, een vereniging waar armen het woord nemen. In een maatschappij die egoïstisch ingesteld is, is het moeilijk om over je problemen te praten. De meeste mensen kennen zelfs hun buren niet. Recht-Op heeft mijn vertrouwen gewonnen. Vroeger durfde ik niet over de minder goede kantjes van het leven te praten, nu doe ik het zonder moeite. Ik heb ‘the hard way’ geleerd dat praten helpt. Iedere twee weken is er een vergadering van de vereniging. Dan ontmoet ik andere arme mensen en besef ik dat ik toch niet alleen ben. Ik begin mensen te vertrouwen en heb nu meer vrienden dan vroeger. Het voelt goed als je alles aan een goede vriend kunt vertellen zonder je te schamen. Recht-Op organiseert via ‘Een paar apart’ ontmoetingen met niet-arme mensen. Zo heb ik de kans gehad om mensen uit een betere sociale klasse te leren kennen.

© Foto - Lisa Akinyi May